Na de derde keer begon ik te huilen, maar ze bleef gefocust. „Je moet het kunnen, denk na.” Ik had tranen, een snottebel en snikte. Ik wou gewoon klagen over de leerkracht. Maar mijn eigen moeder bleek nog erger. Ik kon het niet geloven. Mijn moeder bleef vastberaden en negeerde mijn zielige houding. „Réfléchis’, ’denk na’- en schrijf het opnieuw.
Pas toen het eten klaar was, kreeg ik het antwoord. Ik zou nooit meer klagen in of buiten de keuken, maar bleef wel mijn studies en schoolomstandigheden met haar bespreken met de intentie ervan te leren. Maar ik begreep voor altijd dat de leerkracht het recht had om iets van mij te verwachten. Dat leren en presteren niet alleen leuk moet zijn, maar ook af en toe zweten is. Dát, en het feit dat ik sowieso graag las en bijleerde, heeft van mij de vrouw gemaakt die ik nu ben.
Liefde en compassie, maar geen zelfmedelijden
Terug in mijn huis in Vlaanderen waar we op een mooie bank zitten werd er dus geklaagd over de hoeveelheid huiswerk voor een vak dat mijn dochter enorm graag heeft. Ook voor je passie moet je hard werken. Ik zeg: „Wil je dat ik oma bel om met je te praten?” En weg was ze. Mijn dochter. Lachend.
Natuurlijk mag ze altijd liefde en compassie van mij verwachten, maar niet voor zelfmedelijden als het over inzet en zelfrespect gaat. Uiteindelijk heeft ze met de nodige toewijding haar huiswerk gemaakt en ging ze voldaan naar bed na een stevige knuffel.
Hoe moeilijk het ook is, we moeten de ouders zijn die onze kinderen nodig hebben. Liefdevol, maar hun ook leren dat je met inzet jezelf ontwikkelt en trots op jezelf kunt zijn.
Mijn moeder bekent nu dat ze mij bijna vastpakte toen ze mijn tranen en snottebel zag, maar wat zou ik zijn geworden als ze had toegegeven aan mijn geklaag?
Ik ben haar eeuwig dankbaar!
Dit was de negenenvijftigste column van Assita Kanko voor De Telegraaf.
www.telegraaf.nl