Volgend jaar woon ik twintig jaar in Vlaanderen. Dat betekent dat ik de twee helften van mijn leven elk op een ander continent heb doorgebracht. Ik kan dus goed vergelijken.
Over Burkina Faso, mijn geboorteland, kan ik kort zijn: vrouwenrechten stellen daar amper iets voor. Je bent een meisje en dus moet je je moeder helpen in het huishouden, terwijl de jongens buiten ravotten en vrij zijn. Later trouw je en doe je wat je moeder je geleerd heeft. Meer dan een carrière als dienstmeid zit er niet in.
In Europa zou alles anders zijn. En dat was ook zo, dacht ik in het begin. Later zijn mijn ogen opengegaan. Ongelijkheid bestaat ook hier, weliswaar veel subtieler. Soms onzichtbaar maar hoe hoger je klimt op de ladder, hoe steiler je bergop moet fietsen. Dat is ook mijn ervaring.
En het systeem is niet gemaakt voor vrouwen. De gelijkheid waar sommigen het zo vaak over hebben bestaat vooral in theorie. Juridisch zijn vrouwen gelijk aan mannen. Wat het oplevert in de praktijk, zien we in de kamers waar er macht is en op de foto uit Hiroshima: zeer weinig. Té weinig.
Natuurlijk draait het om inhoud. De kwaliteiten van de persoon, man of vrouw, gaan boven diens geslacht. Dat is niet meer dan logisch en dat ontkent niemand. Ik in ieder geval niet. Maar de focus op kwaliteiten dient maar al te vaak als excuus om alles bij het oude te laten.
Want door ons neer te leggen bij de oververtegenwoordiging van mannen in alle toplagen van onze samenleving, gaat er veel talent verloren. Vrouwelijk talent dat onontgonnen blijft, is een verlies voor de volledige maatschappij.
Mannen die openstaan voor de veranderingen en die vrouwen steunen, zijn ook een doelwit en moeten zelf ook bergop fietsen om hun visie te realiseren. Ik heb veel bewondering voor hen die dit durven.