Het overkomt me vooral in musea en op literaire evenementen die universeel en dus geen etnisch karakter hebben. Daar is vaak geen enkele allochtoon te bespeuren. Bij de vrouwen die duurzame landbouw en korte keten wilden verdedigen, kreeg ik de vraag of ik andere zwarte vrouwen kende die ook mee wilden doen. Helaas kende ik er geen en waarom zou ik ze kennen?

Literatuur delen

Telkens als ik naar een museum ga met mijn kind kom ik mensen van kleur bijna nooit of nauwelijks tegen. De enige die ik onlangs zag in een museum was een Amerikaanse vrouw. Wat doen al die mensen met hun kinderen dan?

Je kind aan cultuur blootstellen doet een wereld opengaan waar je samen veel kan delen.

Mijn vader deed dat met mij door literatuur te delen. Ik doe hetzelfde met mijn kind. Het is toch priceless om je kind boos te zien worden over Picasso en allerlei onzin maar ook terechte dingen te horen zeggen over de kunstenaar. Openstaan voor repliek. Kritiek met stevige argumenten.

Picasso en Munch

Ik moest zoveel lachen maar was ook trots. Voor ik het wist, aten we een bord soep met noedels in een Chinees restaurant een paar uurtjes later en het ging nog altijd over Picasso. Hij zou de reden zijn waarom het zo moeilijk is om kunst van de kunstenaar te onderscheiden.

Maar Munch is wel goed, klonk het. Zijn schilderijen maken me nieuwsgierig maar die van Picasso maken me gewoon boos. Kijk, zo hoort het, denk ik dan. Kunst is er om ons iets te doen voelen, om een gesprek tussen ons te doen ontstaan.

Zelf kon ik de schrijver Honoré de Balzac op haar leeftijd, niet verdragen en omdat hij talloze pagina’s misbruikte om ruimtes te beschrijven.

Émile Zola schreef een zeer dik boek, Germinal of De Mijn, over de arbeiders in Frankrijk en de barre werkomstandigheden in de mijnen in de 19de eeuw. Over de opstand van de mijnwerkers en hoe het mislukte, maar toch subtiele vooruitgang toeliet. Ik huilde in mijn bed toen ik als 16-jarige het verhaal las in Burkina Faso.

Zola ging direct naar de kern. Ik vond het boeiend maar het brak mijn hart. Papa glimlachte gewoon en liet me zeggen wat ik dacht. Ik heb nooit geweten of hij vond dat ik gelijk had, maar feit is wel dat ik getriggerd werd om na te denken en dat was het begin van zoveel andere dingen.

Het boek had me door elkaar geschud en diep ontroerd. Het realisme van Zola zorgde ervoor dat ik de arbeiders voor me kon zien en hun woede kon voelen.

Klagen over slavernij

Het was niet anders toen ik als volwassen vrouw de Vlaamse Film Daens zag, vijf jaar geleden in Brussel. De indrukwekkende film is gebaseerd op een boek van Louis Paul Boon over priester Daens uit Aalst in Vlaanderen, die de levensomstandigheden van de arbeiders wilde verbeteren. De sociale strijd tegen de vreselijke Charles Woeste in de 19de eeuw in Vlaanderen deed me terugdenken aan het boek van Zola.

Misschien moeten al de mensen die vandaag klagen over slavernij terwijl zij zelf nooit slaaf zijn geweest of die zichzelf beschouwen als slachtoffers terwijl de blanken het altijd makkelijk gehad zouden hebben, eens naar de film Daens kijken of het boek Germinal van Emile Zola lezen. Dan snap je hoe onderdrukt een deel van de blanke bevolking zelf is geweest.

Hun kleinkinderen maken deel uit van de samenleving van vandaag. Misschien moeten ze lezen over de slaven in Afrika want niet alleen blanke mensen namen deel aan slavenhandel.

Recht om slachtoffer én racistisch te zijn

Vandaag de dag zijn er nog mensen die slaven hebben. De vele mensen die illegaal landen binnengesmokkeld worden, zijn de hedendaagse slaven. Dat is absoluut inhumaan en dát is wat we vandaag moeten aanklagen.

Als je echt gelooft dat anderen geprivilegieerd zijn maar toch thuisblijft of alleen naar woke bijeenkomsten gaat om je verzonnen slachtofferschap bevestigd te horen, dan weet ik niet waarmee je bezig bent.

In België zag ik onlangs opnieuw hoe zwart en woke zijn je vele rechten oplevert. Het recht om slachtoffer én racistisch te zijn. Alle commentatoren en opiniemakers dragen je op handen. Een parade van jaknikkers.

Maar daarmee help je niemand vooruit. Wat zij zeggen, vergt ook kritiek en moet die kritiek kunnen verdragen. Inhoudelijk. En ze moeten daar tegen kunnen want zo is het eenmaal in een democratie.

Voedsel voor de ziel

Dat is ook wat we aan onze kinderen moeten leren en doorgeven, ongeacht hun kleur. De bibliotheek en musea maken deel uit van de opvoeding die wij hun niet mogen ontnemen. Het is voedsel voor de ziel. Zo leren ze zelfstandig nadenken en vooruitgaan in het leven. Zo dragen wij bij aan de samenleving als geheel.

Als je je kind laat zien dat onzin uitkramen zonder weerwoord te verdragen acceptabel is en de beste manier is om een burger te zijn, als je je kind cultureel en historisch in de steek laat door musea, de bibliotheek en de geschiedenis te negeren of erop te spuwen, dan ben jij degene die je kind discrimineert. Niemand anders.

 

Dit was de negendertigste column van Assita Kanko voor De Telegraaf.

www.telegraaf.nl