Het komt ook van zwarte of maghrebijnse mensen die mijn standpunten niet inhoudelijk maar liever brutaal benaderen. Hun manier van denken is gebaseerd op iets dat ik zelf achter me heb gelaten door kritisch na te denken, te integreren en hun opvattingen en mentaliteit ter discussie te stellen, uit te dagen. Het is daarom dat ze boos zijn want voor hun is dat verraad. In je hart kun je als allochtoon niet écht westers worden. Van hen mag je dat alleen op papier zijn. Ik vind dat oneerlijk, onlogisch en heb daar een duidelijke mening over. Hun conservatisme kan dit niet aan en daarom voelt het alsof ze hallucineren. En dan is het ineens einde discussie met een stel scheldwoorden als „bounty” of „gorilla”, „huisneger” of „bananenplukker”...

Het racisme zit niet waar je denkt dat het is. Het zit verborgen in iets dat lijkt op bezorgdheid. Als mensen je ziel willen redden omdat je echt anders moet denken en natuurlijk bij links hoort vanwege je kleur, is het een verstikking van je bestaansrecht. Het is het saboteren van excellentie door bijvoorbeeld te zeggen dat iemand als de nieuwe Britse premier Rushi Sunak „diversiteit is” maar ontoereikend. Waarom de lat altijd zo laag leggen en mensen die hard werken reduceren tot „diversiteit”? Zelfs premier worden is dus niet goed genoeg?

Ik heb ontzettend veel gehoord en gelezen sinds ik voor het Europees Parlement opkwam voor een niet-linkse partij, wat aanvankelijk veel pijn deed maar waar ik gaandeweg mee leerde leven. Alsof er een schild groeide waardoor ik me kon concentreren en minder werd afgeleid of me permanent moest verdedigen. Maar soms kraakt het wel. Af en toe reageer ik, maar niet defensief, wel door over dat probleem als geheel na te denken als een maatschappelijk probleem en een ernstige belemmering voor de menselijke ontwikkeling en voor het voortbestaan van de westerse vrije samenleving zoals we die nu kennen.

Kinderfeestje

Als ik nu naar het Zwarte Pieten-debat kijk, vraag ik me telkens af wat mensen bezielt om zo opgewonden en zo boos te worden over een figuur van een kinderfeestje. Op welke manier kun je je überhaupt aangesproken voelen? Ik heb nooit gedacht dat Zwarte Piet iets met mij te maken had. Aan de ene kant gaat het om een zeer overdreven manier van identificeren met alles wat een bepaalde kleur heeft. Als je zo ver gaat, kun je jezelf vergelijken met een paddenstoel. Dat doe je jezelf toch niet aan. En aan de andere kant is het een overdreven schuldgevoel.

Van mensen die verslaafd zijn aan het pamperen van mensen van kleur, uit giftige bezorgdheid. Ze willen en eisen excuses voor slavernij, waar ze niets mee te maken hebben, aan mensen die zelf nooit slaaf zijn geweest. Daarna mogen ze iets anders vinden om zich schuldig over te voelen. Nu storten ze zich natuurlijk op Zwarte Piet.

Heel opvallend dat de mensen die tegen de onschuldige Zwarte Piet zijn omdat het volgens hun racistisch zou zijn, mensen zijn die wel voor de dodelijke hoofddoek zijn omdat we toch „tolerant” moeten zijn. Het zijn mensen die zwijgen als gekleurde centrumrechtse vrouwen zoals ik worden uitgemaakt voor „bounty”, „huisneger”, „slechte zwarte”, „gorilla” omdat we kritische meningen hebben over hun pampermechanisme. Want een goede zwarte is een zwarte die hulp nodig heeft. Anders weten ze niet hoe ze ermee om moeten gaan. Op die manier zwart zijn wordt echt wel sisyfusarbeid. Daarin ben en blijf ik liever incompetent.

Gewoon als mens

Je gaat best door het leven, kleurenblind en onbewust van je kleur. Gewoon als mens. Waar iedereen zich nu zorgen over maakt omdat we allemaal mensen zijn? Hoe de energierekening te betalen. Hoe de torenhoge belastingen te betalen, deels om de werkloosheid te financieren van dezelfde mensen die elke dag tijd genoeg hebben om te klagen over onzin. Een van de dure obsessies is het willen veranderen van de geschiedenis of het verwijderen van bouwstenen van de westerse cultuur.

Wie zit er te wachten op excuses over de slavernij, behalve de wokers zelf en eeuwig schuldige blanken die graag aan zelfkastijding doen en zich nooit afvragen in welke eeuw we leven? Puur narcisme. Maar ze noemen het graag solidariteit.

Dit was de negentiende column van Assita Kanko voor De Telegraaf.

www,telegraaf.nl