’Ik voel me niet gehoord. 'Ze zeggen het niet alleen, ze laten het ook blijken in hun stemgedrag en ze schreeuwen het uit op de markten en op sociale media. ’Ik voel me niet gehoord.’ Dit vat de politieke pijn van de meeste Europeanen samen. Kunnen we nog met elkaar praten? Volgens de dorpsstraat niet en ik kan dat begrijpen.
68 miljoen euro
Sommige politieke beslissingen en strategieën zijn zo wereldvreemd dat het evident is dat Jan met de Pet niet gehoord wordt. Hoe kan je uitleggen dat ondanks alle feitelijkheden tegen UNRWA, het VN-hulpagentschap in Gaza, die betrokken zou zijn bij de moord, verkrachting en ontvoering van onschuldige mensen op 7 oktober, nog extra middelen krijgt, terwijl het onderzoek zelfs nog niet afgelopen is? Het gaat om 68 miljoen euro extra. Dat is het bedrag dat de Europese commissie nu alsnog wil geven aan UNRWA.
Dit is te gek voor woorden. Terwijl Jan met de Pet worstelt met z’n rekeningen, ondanks de hartenkreet om gehoord te worden, ondanks alle terechte bezorgdheden over UNRWA is de reactie van de EU de volgende voorspelbare: meer geld geven. Geld van de belastingbetaler. Die ziet dit en denkt: „En ik dan?”
Financieren wij terrorisme en indoctrinatie via UNRWA? Waarom moet de belastingbetaler hiermee leven?
Jodenhaat
Docenten en personeel van UNRWA hebben de aanval van Hamas gevierd, geprezen of verheerlijkt. De schoolboeken in Gaza, betaald door UNRWA, onderhouden de Jodenhaat en de indoctrinatie. De doorlichting van UNRWA is noodzakelijk en het onderzoek hierover is nog niet afgerond, maar blijkbaar kan dit de Europese Commissie niets schelen? Onbegrijpelijk.
De hulp kan nochtans prima worden beheerd door andere serieuze VN-organisaties te gebruiken in plaats van UNRWA te blijven versterken om de haat en het geweld in stand te houden. Unicef of UNHCR doen prima werk in de wereld. Maar dat wordt niet gehoord.
Een deel van de politiek komt op voor iedereen en voor alles behalve voor de belastingbetaler. Hij moet blijven betalen, maar wordt niet gehoord. Weer 68 miljoen euro, waar zal dat geld naartoe gaan? Waar gingen de vorige miljoenen naar toe? Waarom deze doofheid als het om de fundamentele bekommernissen van de doorsnee Europeaan gaat ?
Hamas is gevaar voor iedereen
Met deze houding toont men uiteraard geen respect voor de belastingbetaler en biedt men ook geen perspectief voor de Palestijnen. Hamas is een gevaar voor iedereen. Ook voor die belastingbetaler die niet gehoord wordt, want de takken van de terreurorganisatie bestaan ook hier bij ons in Europa.
Niet alleen door organisaties die voor Hams lobbyen via schimmige NGO’s, maar ook door mensen die hier wonen en weigeren te integreren en door bepaalde politici die niet durven opstaan voor onze waarden en normen.
Willen weten wat er concreet gebeurd is voordat men verder geld geeft, is een kwestie van gezond verstand en goede wil. Maar waarom eerlijk kijken naar de feiten als dit stemmen doet verliezen? Succesvolle integratie en de waarheid over een aantal maatschappelijke problemen vormt een bedreiging voor bepaalde politici. Hun strategie noem ik etnisch electoralisme. Dat wil zeggen dat zij bepaalde standpunten innemen, louter om de stem van bepaalde etnische en religieuze minderheden voor zich te winnen. Dat is verachtelijk.
Etnisch electoralisme
Etnisch electoralisme zit wel in de lift. Het is de reden waarom het taboe is voor sommige politieke partijen om de geldstroom naar UNRWA stop te zetten en andere manieren te overwegen. Ze willen bepaalde groepen plezieren. Ze willen het geld blijven geven om stemmen te blijven ronselen bij die bevolkingsgroepen in Europa die weigeren te integreren en die hun religie boven de Grondwet en onze wetten plaatsen. Ze doen alsof zij andere landen vertegenwoordigen en niet de onze.
Dit biedt geen perspectief en maakt het ’ik voel me niet gehoord’-gevoel alleen maar groter, sterker, steeds minder omkeerbaar.
Het direct of indirect voeden van Hamas, het ontkennen van de realiteit en het negeren van de basisbezorgdheid van de mensen hier is een vruchtbare bodem voor maatschappelijke verdeling en politieke ontgoocheling.
Dit was de negenenzeventigste column van Assita Kanko voor De Telegraaf.