Ik herinner me de bedwelmende geur van de aarde na de regen. Het parfum dat je met een kindertijd, met een gezin associeert. Met liefde. Een geur waardoor je wordt gewiegd, die je nooit vergeet. We kennen allemaal dat gevoel. Maar op een dag leer je nieuwe geuren kennen, die hun spoor in je hart achterlaten en waarvan je leert te houden. Zo kom je na verloop van tijd terecht in een nieuw huis. Zo ben ik verliefd geworden op Vlaanderen. Mijn eerste huis, het huis waarin ik mijn eerste pasjes heb gezet, was Burkina Faso, een land in West-Afrika met een oppervlakte van 274.300 km². Dit huis staat momenteel in brand, want de islamitische terreur heeft de toegang tot de Sahel ingepalmd, waar het de vredige velden laat overwoekeren en gezinnen uiteenrukt.
De tijd toen we als kind zorgeloos over de akkers holden om sprinkhanen te vangen, ligt ver achter ons. In die dagen sprongen we niet bang op bij het minste geluid. Nu en dan verstopten we ons om een haasje te zien dat uit het struikgewas tevoorschijn kwam. Dat vroeg geduld en terughoudendheid, anders ging het dier er snel weer vandoor. Ik herinner me een ochtend, de dauw had de takken van de neembomen en de hoge grassen met zijn waas bedekt, mijn jongste broertje en ik waren op onze tenen naar een sprinkhaan geslopen om hem te vangen, heel stilletjes. We hadden hem op de buik van een andere broer gezet die op het veld in slaap was gevallen, en het had gekieteld. Het diertje was meer geschrokken dan hij, maar broerlief had zo hard gehuild dat moeder ons achterna had gezeten. We waren nog geen tien jaar oud.
In mijn herinnering zijn het gestolen, maar o zo fijne momenten. Als moeder ons te pakken wist te krijgen, moest ik goedschiks of kwaadschiks met haar mee naar de keuken of elders, waar ik eindeloze karweitjes moest opknappen, terwijl mijn broertje allerlei nieuw kattenkwaad bedacht om zich bezig te houden. Wanneer de klok luidde, trokken we naar school. In het dorp had je op gezette tijden een kleine broussebrand, die door alle bewoners samen werd geblust. Maar je had geen aanslagen. Er ontploften geen bommen op de weg naar school. We konden in alle rust de religieuze feesten vieren: Kerstmis, de ramadan, het Offerfeest, Pasen … Tot dat ogenblik situeerde het enige religieuze onderscheid tussen mannen en vrouwen zich op het vlak van hun zelfbeschikkingsrecht . Tegenwoordig zijn er door de godsdienst heel wat meer botsingen.
Burkina Faso valt geregeld ten prooi aan aanvallen van jihadistische groeperingen die bij Al-Qaeda of IS horen. Die hebben intussen aan honderden mensen het leven gekost. Het aantal vluchtelingen stijgt voortdurend: van 50.000 in december 2018 tot bijna 300.000 in augustus 2019. Tal van gezondheidscentra hebben hun deuren gesloten of werken niet meer naar behoren, en dat in een land dat sowieso al tot de armste ter wereld behoort. Sinds het bij wet verboden is om verslag uit te brengen over de militaire acties of de terreuraanvallen, is ook de persvrijheid aan banden gelegd. Veel ondernemingen verlaten het land, wat me bevestigd werd door de directeur van een Belgische onderneming die er is weggetrokken.
De kredietwaardigheid en de politieke stabiliteit van Burkina Faso wordt bedreigd. De jeugdwerkloosheid rijst de pan uit. Kinderen kunnen vanwege het geweld niet meer naar school. Ze lopen steeds meer gevaar ingelijfd te worden door gewapende groepen, ten prooi te vallen aan mensensmokkelaars of uitgehuwelijkt te worden.
Terwijl de rest van de wereld de blik afwendt, zinkt mijn geboorteland Burkina Faso steeds dieper weg in het moeras van het jihadistische geweld. Laten we dat vooral niet vergeten. Zoals de wereld ook de ogen heeft gesloten toen Irak of Syrië met dezelfde problemen te kampen hadden. IS, Al-Qaeda, Boko Haram en andere jihadistische organisaties hergroeperen zich op dit eigenste ogenblik in de Sahel, en het spreekt voor zich dat Europa hun uiteindelijke doelwit zal zijn. De plaatselijke autoriteiten lijken elke controle te zijn kwijtgeraakt. Inmiddels belegt men voortdurend vergaderingen, colloquia en topconferenties, zonder veel resultaat. Maar om de situatie te stabiliseren hebben we veel meer nodig dan vergaderingen en powerpointpresentaties, er moet dringend actie komen. Het hart van West-Afrika bloedt, maar ook onze veiligheid en de toekomst van de politiek staan op het spel.
Wanneer het jihadisme in bepaalde regio’s oprukt, komt het er vooral op aan tijdig in te grijpen. We hebben veel te lang laten begaan. Op heel wat terreinen gedraagt Europa zich te nonchalant en – wat veel erger is – is het in mijn ogen niet meer in staat efficiënt op te treden. Wat dreigt er in het noorden van Syrië te gebeuren na het vertrek van de Amerikanen? In welke mate zullen de IS-strijders er weer vrij spel krijgen? Wat zal er gebeuren met de Koerden , als er niemand meer is om de Turkse president Erdogan een strobreed in de weg te leggen? En wat met de jihadistische vrouwen uit het Al Hol-detentiekamp, die daar nu al de sharia opleggen? Wat gaan ze doen nadat ze hun vrijheid hebben heroverd, als ze op straat de confrontatie aangaan met vrouwen die van vrijheid dromen?
In vele regio’s op aarde neemt de dreiging voortdurend toe, terwijl wij Europeanen werkloos toekijken en te laat onze verantwoordelijkheid opnemen. Tot het in ons gezicht ontploft. De Sahel behoort tot die gebieden waar de situatie steeds meer uit de hand loopt. Zullen we er in de toekomst ooit nog schaterlachende kinderen achter sprinkhanen zien hollen?