Het ene bitse debat volgt het andere tegenwoordig naadloos op, maar één doet me vijf jaar later nog altijd huiveren. Rachida Dati, voormalig Europees Parlementslid en ex-minister van Justitie in Frankrijk, werd in 2016 op de korrel genomen door een vlammende Éric Zemmour, columnist van de krant Le Figaro. De aanleiding was niet politiek, maar puur persoonlijk: de naam van haar pasgeboren dochter.
Dati, in Frankrijk geboren en kind Maghrebijnse, islamitische ouders, noemde haar dochter naar haar overleden moeder en koos de naam Zohra. Niets waarover iemand zich normaal druk zou maken, maar toch kreeg Dati een spreekwoordelijke oorveeg van Zemmour, die pleit voor Franse voornamen als blijk van respect voor de Franse identiteit. Met andere woorden: noem je kind Zohra, Zuhal of Jasmine en jij en je kinderen zijn terecht gedoemd om er nooit bij te horen. De gevolgen dragen van je eigen keuzes, heet dat dan. Walgelijk toch?
Zemmour trekt bij onze zuiderburen weer alle aandacht naar zich toe. De aanleiding is zijn mogelijke kandidatuur voor de Franse presidentsverkiezingen van april volgend jaar. Velen leiden dat af uit de cover van zijn nieuwe boek 'La France n’a pas dit son dernier mot', waarop hij heel presidentieel poseert met de Franse vlag, en uit de bijbehorende tournee waarmee hij dat boek tot in alle uithoeken van Frankrijk wil promoten.
Omvolking
Zemmour, van Joods-Algerijnse afkomst, is een radicale stem in het identitaire debat in Frankrijk en doet soms Marine Le Pen verbleken als het gaat over migratie en de islam. Hij wil een migratiestop, maakt geen onderscheid tussen islam en islamisme, pleit voor volledige assimilatie van nieuwkomers en is overtuigd van de ‘omvolking’. Zelfverklaard redder van het traditionele Frankrijk en dus de baarlijke duivel voor de linkerzijde. Zelfs zonder officiële kandidatuur haalt Zemmour al 13 procent in de peilingen (cijfers van 28 september). Die stemmen snoept hij, weinig verrassend, vooral af van Le Pen (16%) die hij geen schijn van kans toeschrijft bij de volgende verkiezingen.
De internationale pers is unaniem. Zemmour zou de Franse Donald Trump zijn, maar over de inhoud van het debat - identiteit - hoor en lees ik te weinig. Dat maakt iemand als Zemmour juist sterker. Hij was twee jaar vaste commentator op de Franse zender CNews, maar door zijn opruiend en radicaal discours en de vele klachten van kijkers kwam daar onlangs een eind aan. In 2019 werd hij al veroordeeld voor het aanzetten tot rassenhaat. Of hij daarom ook op weinig sympathie kan rekenen van het Franse publiek - of van de Franse kiezers - is nog maar de vraag. Zijn palmares biedt genoeg elementen voor electoraal succes.
Want wat is de basis van het succes van rechts-radicale figuren? Het simplistische antwoord kennen we: het racisme en de onverdraagzaamheid van een groot deel van de samenleving. Mensen die zogezegd gefrustreerd zijn, ‘makkelijke’ oplossingen verkiezen en dus vatbaar zijn voor populistisch rechts. Die redenering onderschat het intellect van de gemiddelde kiezer. Het basisingrediënt van electoraal succes ligt zo voor de hand dat weinig politici eraan denken: iets te zeggen hebben. In de dagelijkse brij van clichés, algemeenheden en mooie woorden van het gros van de politici tegenwoordig valt een duidelijke, niet mis te verstane, controversiële mening op. Voor of tegen, je schouders ophalen zal je niet snel doen.
Slinger
Maar naast die wolligheid, die het gros van onze politici zo typeert, is er nog een groep die een niet te ontkennen bijdrage levert aan het succes van ‘ultrarechts’. De ultraprogressieven, de ‘wokies’, spreiden met hun moralistisch en extremistisch discours het bedje voor Zemmour, Trump en consorten. Hoe meer onzin er over de ‘witte, heteroseksuele man’ en onzinnige concepten als ‘white privilege’ gespuid wordt, hoe meer de gewone man de andere kant van het spectrum zal opzoeken. Als de slinger doorslaat aan de ene kant, doet hij dat ook aan de andere. Dat is perfect te voorspellen.
Mocht Zemmour zich kandidaat stellen, ben ik vooral benieuwd naar de repliek en de alternatieven van de tegenstanders. Ze zullen hun best mogen doen om overeind te blijven en op de inhoud te focussen. Aan boeiende presidentiële debatten zal het niet ontbreken.
Zemmour is controversieel, heeft een ruime intellectuele bagage en de gave van het woord. Een unicum. Ga ik akkoord met zijn provocaties? Nee. Kan ik begrijpen dat mensen voor hem zouden stemmen? Ja. Spannend wordt het zeker. Maar ik kijk er niet naar uit.
Controversieel zijn mag. Maar proberen via de inhoud iets voor elkaar te krijgen is nog beter. Met empathie en compassie maar zonder toegevingen wat onze waarden en normen betreft. Dat heet nuance.