Pegasus is spionagesoftware die ongemerkt kan binnendringen in smartphones om alle soorten gegevens te bemachtigen. Niet alleen documenten en foto’s kunnen op die manier gestolen worden, de software weet ook de locatie van de smartphone te bepalen en kan gebruik maken van de microfoon om gesprekken af te luisteren.
Voorwaarden
Het verslag van de onderzoekscommissie van het Europees Parlement veroordeelt het gebruik van Pegasus en gelijkaardige spyware voor politieke beïnvloeding. Bepaalde lidstaten maakten gebruik van dergelijke software om de oppositie te intimideren, media aan banden te leggen en verkiezingen te manipuleren. Gebruik van spyware is op zich niet verboden, maar het moet proportioneel zijn en aan bepaalde voorwaarden voldoen. Die voorwaarden zijn nu gebundeld in een verslag en goedgekeurd door het Europees Parlement.
Zo mag spyware enkel dienen in uitzonderlijke gevallen, met een vooraf bepaald doel en gedurende een beperkte tijd. Personen die doelwit zijn, moeten op de hoogte gebracht worden en er komt een uniforme definitie van het begrip ‘nationale veiligheid’ als reden voor surveillance.
Big Brother
Assita Kanko: “Spionage voor politieke doeleinden is op sommige plekken een echte plaag en dat moeten we op alle mogelijke manieren bestrijden. Willen we onze gegevens te grabbel gooien aan dubieuze regimes en toestaan dat opposanten en rechters hun werk moeten doen in een Big Brother-omgeving? Naast dit soort inbreuken op onze privacy moeten we ook breder gaan nadenken over het algemeen probleem vandaag waar iedereen elkaar kan bespioneren of privégesprekken uit de context kan rukken om ze anoniem te verspreiden.”
Vrije pers
Kanko stipt ook het belang van een vrije en kritische pers aan, want ook journalisten zijn een doelwit gebleken van strategische spionage en censuur: “Iedereen heeft tegenwoordig een camera bij de hand. Bij het minste incident wordt een smartphone bovengehaald. Dat fenomeen wordt weleens ‘Little Brother’ genoemd. Tel daarbij spionage van overheidswege bij op en het is onmogelijk om aan serieuze journalistiek te doen. Wat blijft er nog over als vervolgens ook nog de kritische reflex wegvalt? Het grootste gevaar voor onze democratie is het onvermogen om te weten wat klopt en wat niet.”
Scherpe geest
Verder wijst Kanko ook op de bredere problematiek van spionage en het feit dat wetgeving niet alles kan verhelpen: “Big Brother en Little Brother zijn aan een opmars bezig, met censuur en desinformatie als trieste gevolgen. Democratie en mensenrechten staan op het spel. Wetgeving is helaas niet voldoende. Respect voor andermans privacy creëer je niet alleen met wetten, daar hebben we vooral een open en scherpe geest voor nodig. Het is onze collectieve verantwoordelijkheid als samenleving.”