In een opiniestuk wees Vlaams minister Benjamin Dalle (cd&v) op de gevaren van de ‘antiwoke’-beweging. Volgens hem is er weliswaar sprake van enkele woke-excessen, maar valt het al bij al nog goed mee. Dalle staat niet alleen met deze visie. Woke wordt maar al te vaak gerelativeerd en beschouwd als een gerechtvaardigde roep naar meer rechten en vrijheden voor minderheden.
Dalle heeft ongelijk. Woke is helemaal geen strijd voor meer vrijheden. Veel van de idealen die vroegere emancipatiebewegingen kenmerkten worden er net door bestreden. Woke is de nieuwe, ver doorgedreven politieke correctheid die het maatschappelijk debat vergiftigt door meningen te voorzien van een label ‘juist’ of ‘fout’ en mensen op basis van onveranderlijke kenmerken een etiket van ‘dader’ of ‘slachtoffer’ op te kleven.
Het creëert een sfeer waarin mensen zich geremd voelen om voor hun eerlijke mening uit te komen. Voor je het weet, ben je een racist, een islamofoob, een seksist, een fascist of in mijn geval: een verraadster van haar eigen etniciteit. Want wie als lid van een slachtoffergroep voor de verkeerde politieke partij kiest, diskwalificeert zichzelf en wordt in de hoek gezet van de daders. Zwart zijn maar zich geen slachtoffer voelen? Het gaat er niet in bij de woke-brigade.
Als je zelf de ‘juiste’ mening hebt, zoals Benjamin Dalle, dan zie je het probleem niet. Dan is alles dik in orde met onze vrijheid van meningsuiting. Maar als mensen niet meer durven te zeggen wat ze denken, dan blijven die meningen onzichtbaar. Tot diezelfde mensen mogen gaan stemmen. En dan schiet de ballon boven water, recht in het gezicht van al diegenen die vinden dat het allemaal wel meevalt met dat sluipende gif. Zeg niet dat mijn voorzitter er niet voor gewaarschuwd heeft: ‘It takes two to tango.’