Woolf beschrijft en hekelt die armoede die van generatie tot generatie doorgegeven wordt. En ze geeft ook aan hoe die vicieuze cirkel kan worden doorbroken: door voor jezelf op te komen, door te tonen wat je kan. En ook dat kan worden doorgegeven aan de volgende generaties. Een bevrijdende vrijheid, waar ook de kinderen beter van worden. En hun kinderen nóg beter. Het is een blijvend work in progress.

Zonder grond en afzet kan niemand springen. En die grond is er. Al eeuwen terug kwam John Stuart Mill op voor vrouwenrechten, pleitte voor stemrecht. De suffragettes ijverden voor eigendomsrecht en politieke rechten, voor vrouwenrechten binnen het huwelijk.

"Maak je de dromen waar van toen je nog klein en onbevangen was?"

Toen ik als tiener opgroeide in een wereld waarin conservatieve en religieus gestuurde vrouwenhaat de regel was, wist ik dat dat niet eerlijk was. Waarom moest ik als meisje ondergeschikt zijn aan de jongens? Maar dat besef volstaat niet om vrij te worden. Het is wel het begin van een heel lange weg. Met vallen en opstaan, en je krijgt de hele wereld tegen. Omdat je een kamer voor jezelf wilt.

Die kamer is het symbool van het recht en de ruimte om zelf te denken, de vrijheid te verwerven te mogen en kunnen beslissen, zelf je partner te kiezen. Het recht om iemand leuk te vinden die niet uit je gemeenschap komt. Om je eigen geld te verdienen. Om te bepalen hoeveel kinderen je krijgt. Misschien wil je er geen.

Vrijheid doorgeven

Het recht om die vrijheid ook door te geven aan de volgende generaties. Van moeder op dochter. Tonen wie en wat we zijn, in de ultieme spiegel die vorm zal geven aan hun rol in de wereld. Wat willen we doorgeven? Welke fout(en) mogen de komende generaties beslist niet herhalen?

Als we onderdanig zijn, tonen we de verkeerde weg. Soms zijn we dat wel, zelfs als we beter weten. Omdat het gewoon verdomde moeilijk, pijnlijk en vermoeiend is om vrij te zijn.

Daarom zitten er nog zoveel vrouwen in hun intieme gevangenissen opgesloten: uit gewoonte, door armoede of maatschappelijke druk. Zonder kamer voor zichzelf.

Om dan nog te zwijgen over de typisch vrouwelijke schuldgevoelens: werk ik niet te veel? En ben ik wel genoeg bezig met de opvoeding van de kinderen? De vele rollen… Minnares, keukenprinses, kinderjuffrouw, poetsvrouw…

’Velen zwijgen’

Vaak met een man voor wie er geen vuiltje aan de lucht is. Op het werk is hij modern, thuis traditioneel. Op het werk leeft hij in de 21ste eeuw, thuis in de 19de. Zijn kamer voor zichzelf wordt almaar groter en veiliger.

Ik ben door de verschillende fases van mijn leven feminist geworden. Er was geen andere keuze, vond en vind ik. Goed wetend dat dat allicht niet overal goed ging vallen. Als tiener op straat en bang zijn wanneer een groep jongeren je nafluit, achtervolgt om klem te zetten in de trein. Velen zwijgen hierover om niet over te komen als iemand die te veel klaagt of die „te soft” zou zijn.

Dat speelt ook in de politiek. Doe dit, doe dat zeker niet. Je ziet er te veel of te weinig vrouwelijk uit. Lach minder! Dat is verleiden! Wat moet ik dan met een binnenpretje doen? Is het niet genoeg als ik gewoon mezelf ben? Je maakt het ook mee als je als jonge moeder in het bedrijfsleven staat. Ga je nog kinderen nemen? Ze wisten verdomd goed dat ze dat niet mochten vragen; het is wettelijk verboden. En toch… Wat zeg je dan?

Ik roep alle vrouwen op – ook de moslima’s – om zichzelf te zijn. Vraag je af wat je zou doen als je compleet eerlijk bent. Maak je de dromen waar van toen je nog klein en onbevangen was? Kan je in de spiegel kijken zonder jezelf te beliegen?

Dank overigens aan al wie vóór mij, en ondanks alles toch in die spiegel hebben gekeken. Door wat zij gedaan hebben, kan ik het ook proberen. En dat dan weer doorgeven. Vrijheid. En een kamer voor mezelf veroveren en behouden.

 

Dit was de zesentwintigste column van Assita Kanko voor De Telegraaf.

www.telegraaf.nl