De getuigenissen van agenten die ik in het Europees Parlement heb ontmoet deze week zijn huiveringwekkend. Een agent uit Portugal vertelde me dit: „Soms zie ik er blij of verdrietig uit, maar de waarheid is dat ik niets meer kan voelen. Dat komt door mijn hersenletsel. Het is dankzij mijn zoon dat ik de moed vind om verder te leven.”
Omringd door demonstranten werd hij mishandeld en met bakstenen geslagen. Hij verloor zelfs even zijn pistool in de strijd om te overleven. Tegenwoordig is dat het primaire doel voor veel politieagenten: overleven.
Een vrouw uit West-Vlaanderen legde ons uit hoe zij tijdens een interventie brutaal werd aangevallen en vandaag, vele jaren na de aanval, nog steeds last heeft van de fysieke en mentale gevolgen.
Haar noodkreet „Ik denk dat wij politiemensen onzichtbare slachtoffers zijn geworden.”
Klopt. Het geweld tegen politiemannen en -vrouwen lijkt enorm toe te nemen in veel Europese landen en de ondersteuning is ontoereikend.
We leven in een maatschappij waarin we vergeten dat in elk uniform een mens schuilt. Een mens, die zich heeft geëngageerd om ons, als burgers en samenleving, te dienen en te beschermen.
Is dit een manier om onze dankbaarheid te tonen?
De Franse journaliste en auteur Sonia Mabrouk schrijft erover in haar nieuwe boek dat deze week in Parijs verscheen. Ze pleit voor een noodzakelijke terugkeer naar „het sacrale” om het Westen te redden.
Ik denk dat deze oproep terecht en dringend is. Als samenleving hebben we de realiteitszin verloren. We vergeten onze strijd te verankeren in wat echt nodig is: de fundamenten van onze samenleving.