Assita Kanko en de andere N-VA-Europarlementsleden Geert Bourgeois en Johan Van Overtveldt stemden tegen omdat ze geen grond zien voor deze politieke vervolging. “Wij zijn altijd en overal voor het recht op zelfbeschikking van volkeren en om daar politiek voor uit te komen. Het gaat hier in de eerste plaats om het recht op vrije meningsuiting. De strafrechtelijke vervolging voor het organiseren van een referendum is onaanvaardbaar.”
Verbonden met het onafhankelijkheidsstreven
Kanko voelt zich verbonden met het Catalaanse onafhankelijkheidstreven: “Met een politieke beweging of partij die met democratische middelen dat doel nastreeft, is niets mis. Wij zijn ook democraten en kunnen niet begrijpen dat in een regionaal parlement debatteren, vreedzaam demonstreren of een mening uiten, ja zelfs een referendum organiseren aanleiding kan geven tot vele jaren van opsluiting in een lidstaat van de EU. Wij hebben ook allemaal het buitensporige geweld gezien tegen de demonstranten.”
De verhouding tussen Spanje en Catalonië is erg complex. Het onafhankelijkheidsstreven is een uitlaatklep voor oude wonden en breuklijnen uit de Spaanse geschiedenis. De rivaliteit tussen Madrid en Barcelona gaat heus over veel meer dan voetbal, vindt Kanko. “Het is onze N-VA-fractie in het Europees Parlement dus niet te doen om de inhoud van het conflict, maar politieke vervolging in het hart van Europa, daar kunnen wij niet mee leven.”
Schadelijk voor de reputatie van de Europese Unie
Maar ook de reputatie van de Europese Unie lijdt eronder, meent Kanko. “Hoe kan Europa bij Poetin, of elders in de wereld nog met geloofwaardigheid over democratie, politieke – en mensenrechten gaan praten? Het komt dan als een boemerang in ons gezicht.”
Louter juridisch gesproken mag het dan wel een zaak van het Spaanse gerecht zijn, maar voor Kanko overstijgen de politieke gevolgen de Spaanse grenzen. “Het lijkt alsof men jaren geleden in een strikte legalistische logica is gestapt waar men nu niet meer uit kan. Het zal wel kloppen dat er overtredingen tegen de Spaanse wet kunnen ingeroepen worden, maar toch vonden ook Belgische rechters dat niet alles juridisch klopte en gaven ze geen gehoor aan het verzoek tot uitlevering.”