Geert Bourgeois steunt de oproep tot aanscherping van de transparantieregels. “Alle contacten, ook met vertegenwoordigers van derde landen, zouden gemeld moeten worden.” Hij verzet zich echter tegen de oprichting van een interinstitutioneel ethisch orgaan: “Het zou onbegrijpelijk zijn dat een parlement zijn leden onderwerpt aan het medeoordeel van de Europese Commissie, als uitvoerende macht. We gaan toch het principe van de scheiding der machten en de onafhankelijkheid van het parlement niet stommelings op de helling zetten. De basis van onze parlementaire democratie is dat het parlement de uitvoerende macht controleert, maar omgekeerd niet”, aldus Geert Bourgeois.
Wat geldt voor gemeenteraadslid, ook voor Europarlementslid
Geert pleit voor een aanpassing van de gedragscode. “Nu moet een parlementslid alleen melden dat het een belangenconflict heeft. Dit volstaat voor mij niet: in zulk geval zou het lid zich moeten onthouden van deelname aan de besluitvorming en de stemming over een dossier waarin het een persoonlijk belang heeft. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor een schepen of een gemeenteraadslid, dus waarom niet voor een Europees Parlementslid.”
Opletten voor foute sfeerschepping
Tot slot vindt Geert Bourgeois dat we moeten opletten voor de sfeerschepping alsof de (Europese) politiek één corrupte boel is. “Daarmee spelen we de autocratische regimes die onze normen en waarden aanvallen net in de kaart. Geen enkele transparantieregel zal ooit alle geheime onoorbare contacten en transacties verhinderen. Om corruptie te bestrijden hebben wij, gelukkig, een onafhankelijke justitie”.
Niet achter gesloten deuren
Op vraag van collega Assita Kanko houdt het Europees Parlement vandaag (dinsdag) een spoedzitting over de kwestie. “De EU heeft de gewoonte om veel zaken achter gesloten deuren te bespreken, maar ik vind dat deze discussie in het openbaar moet worden gehouden.” Kanko, die als lid van de commissie Buitenlandse Zaken binnenkort naar Qatar zou gaan, liet ook weten dat die trip niet zou doorgaan. “Zolang er geen duidelijkheid is over deze omkopingszaak, lijkt het me niet opportuun om naar ginder te trekken.”