Dit weekend viel me het feitelijke bondgenootschap op tussen de woke-belijders en extreemrechts om een soort moderne apartheid te installeren. De extremen vervloeken en versterken elkaar ten nadele van de belofte van een gemeenschappelijke toekomst. Volgens hun logica is men zwart en niets anders, of blank en niets anders. Geen enkel ander facet van onze persoonlijkheid komt aan bod in hun dwangmatige racialisering en essentialisme. We zijn nochtans zo veel meer dan onze kleur.
Het idee alleen al dat je blank moet zijn om Vlaming te kunnen worden, is een determinisme dat mijn bloed doet stollen. Het is net zo ijzingwekkend als de bewering dat zwart zijn volledig samenvat wie we zijn. Alsof het hebben van een bepaalde huidskleur ons tot slachtoffers maakt, of maakt dat we automatisch linkse standpunten hebben. Alsof wie elders op avontuur trekt, zijn ziel zou verkopen.
Wat beide kampen nastreven leidt nergens heen. Het zou zoveel constructiever zijn om te geloven in het ‐ potentieel van alle mensen.
Onze westerse samenlevingen zijn in zwaar weer terechtgekomen door de vele maatschappelijke veranderingen en door het feit dat een bepaald soort gedragingen de sokkel van de overgeërfde Verlichtingswaarden doet wankelen. Dit debat over identiteit is niet nieuw, maar is nog te zeer beladen met taboes en onuitgesproken pijnpunten, met brutaliteiten en passiviteit. Voor de enen blijft het de fout van de anderen. Anderen zien geen enkel probleem. De waarheid is dat onze samenleving bij gebrek aan oriëntatiepunten de gijzelaar is geworden van de botsing tussen racialisering en essentialisme aan de ene kant, en de ontkenning van het moeizaam verlopen van integratie aan de andere kant.
Europa kent geen trots meer en durft zich zelfs niet meer te laten gelden op eigen grondgebied, laat staan in het buitenland. Het is nauwelijks in staat het hoofd te bieden aan de neerbuigendheid van Rusland, China of Turkije en kreunt onder de interne uitdagingen rond integratie en links- en rechts-extremisme.
Voor mij is Vlaming worden eerst en vooral de taal leren en de cultuur omarmen. Of zou ik me moeten laten depigmenteren, of laten beschilderen in een lichtere kleur? Dat zou het Vlaanderen waarvan ik zo hou, weinig bijbrengen. Ik kom uit een familie met alle kleuren. Wij kijken dan ook met verbazing toe hoe sommigen zo lang blijven vasthangen aan een huidskleur die voor ons van minder belang is. Zolang ik me kan herinneren, ben ik me nooit bewust geweest van mijn kleur. Maar wel van mijn positie als persoon in haar heelheid en van mijn verantwoordelijkheden als burger.
Tot een volk behoren, is geen kwestie van kleur maar van cultuur. Ons voortbestaan hangt af van het vermogen om die cultuur over te brengen, de moed om ze te beschermen en om er steun voor te verwerven. Cultuur is niet alleen een kwestie van vrije tijd, maar ook en vooral een kwestie van identiteit, soevereiniteit en levenswijze. Het gaat om een hele reeks tradities die onze collectieve identiteit vormen. Cultuur is veel meer dan naar de bioscoop en het theater gaan. Het gaat ook over een biertje drinken op een terras, om het begrijpen en delen van subtiele momenten die niet uitgelegd hoeven te worden. Je culturele erfenis omarmen en er je eigen draai aan geven.
Die culturele erfenis is wat we op school leren. We vinden ze ook terug in films en boeken die de woke mensen wat graag zouden herschrijven. Ze bestaat ook in wat we eten en drinken, in de manier waarop we omgaan met onze buren of vreemden behandelen.
Toen ik Vlaanderen voor het eerst leerde kennen, begreep ik er niets van. Maar door de taal te leren, kon ik mijn hart ervoor openen. Zo kon ik geleidelijk deel uitmaken van de samenleving in haar geheel, inclusief de sokkel van gedeelde waarden zoals die vastgelegd zijn in de grondwet, de wetten en de cultuur. Natuurlijk hoort daar enige geschiedenis, literatuur en kennis van het politieke landschap bij. Dat zijn allemaal dingen die je moet ‐ begrijpen als je ergens aankomt. Wie naar een ander land verhuist, moet integreren, en zich dus aanpassen aan dat land. Als nieuwkomer was het aan mij om mij aan te passen, niet aan mijn nieuwe land om zich aan te passen aan mijn cultuur, vooral als die tegenstrijdig was.
Niet geld, huidskleur of alleen de wet, maar cultuur zal onze gebroken samenleving redden. Daarom moeten we de Vlaamse cultuur weerbaarder en vitaler durven te maken. Cultuur overleeft niet alleen dankzij geld, maar vooral dankzij engagement. Het is door ons dat cultuur leeft. En het is door cultuur dat we particularisme en essentialisme overstijgen en een gemeenschappelijke toekomst smeden.
We moeten er niet alleen op vertrouwen dat het mogelijk is om deel te worden van onze cultuur, maar we moeten ook het beste van verschillende werelden combineren. Ik breng waarschijnlijk iets mee aan tafel, zoals een beetje kleur of smaak. Een ander accent, maar niets in strijd met de fundamentele waarden. Ik omarm het hart van de Vlaamse cultuur zoals het is.
En toch ben ik zwart.