Vroeger konden we dit koesteren, er waren weinig alternatieven. Als er al zo weinig gelegenheid is om na te denken, is het des te eigenaardiger om vast te stellen dat die gedachten niet altijd even vrij kunnen worden uitgesproken. Ondanks betere wetgeving en mooie principes waar we allemaal zeggen achter te staan, duiken er alsmaar meer beperkingen op.
Olifantenhuid
Moraalridders schieten als paddenstoelen uit de grond. Ze zijn er altijd geweest, maar de grond lijkt vruchtbaarder dan ooit. Ze zorgen voor een gespannen sfeer waardoor mensen zich geremd voelen om vrijuit te spreken. Wie wil er nu beledigd, bedreigd of uitgesloten worden omwille van een mening?
Niet iedereen beschikt over een olifantenhuid. Dat vrijheid van meningsuiting geldt voor iedereen, is dus enkel een theorie. Want in de praktijk heb je veel te verliezen. Je wordt niet aangeklaagd, maar wel sociaal uitgesloten. Wat is dan de oplossing? Zwijgen of liegen om geen risico te lopen. Verstaan we dit onder vrijheid?
Of je de stempel ’goed mens’ of ’slecht mens’ krijgt, hangt af van je mening. Ik maak dat vaak mee. Zeer vaak. Deze week noemde iemand me nog een stuk ongedierte omdat ik de gevaren van de woke-mentaliteit ter sprake bracht. Voor zulke mensen kan iemand met een zwarte huidskleur enkel een goed mens zijn door het slachtoffer uit te hangen. Door gebukt te gaan onder de slavernij die ze zelf nooit hebben meegemaakt. Dat zijn dan de strijders tegen racisme. Slaat toch helemaal nergens op?
Elitair randje
Voor je het weet, sta je in de hoek bij de slechteriken. Kijk naar J.K. Rowling, de auteur van de Harry Potter-boeken, die bedenkingen had bij de vervanging van het woord ’vrouwen’ door ’mensen die menstrueren’. Wat zij zegt, is de evidentie zelve en heeft niets te maken met een gebrek aan respect, of zelfs een fobie, voor een bepaalde bevolkingsgroep. Doe normaal, denk ik dan.
Het gaat steeds verder, tot de meest banale dingen des levens. Het woord ’dik’ heeft een negatieve connotatie, weg ermee. Blank heeft een superieure connotatie, ook weg ermee. Vraag je waar iemand met buitenlandse roots vandaan komt, ben je een racist. Complimenteer je iemand met zijn goede kennis van het Nederlands, ook racist.
Al deze discussies spelen zich in hoofdzaak af in kranten of op sociale media, boven de hoofden van mensen die elke dag hard moeten werken om hun facturen te betalen en ondertussen zorg moeten dragen voor hun kinderen. Zij houden zich doorgaans minder bezig met het aanpassen van hun voornaamwoorden of met theorieën spuien over wit privilege. Zo krijgen deze discussies een ferm elitair randje.
Morele chantage
Wie heeft hier eigenlijk baat bij? Is er ooit al iemand van gedachten veranderd door intimidatie of morele chantage? Natuurlijk niet. Integendeel. Mensen keren zich af van die modeverschijnselen en worden aangetrokken door personen of partijen die radicaal ingaan tegen dat soort elitaire praatjes.
Hoe meer morele vingers in de lucht, hoe meer mensen een tegenreactie willen geven. Ze zijn het beu om in een bepaalde richting geduwd te worden en kiezen dan uit frustratie de andere kant. Veel mensen zitten zo in elkaar. Ik begrijp dat. Ze willen dat er naar hen geluisterd wordt, zonder minachtende blikken.
De vertegenwoordigers van het elitaire discours, dikwijls zelfverklaarde intellectuelen, beseffen niet wat ze aanrichten. Morele chantage werkt niet en zal nooit werken. Het duwt mensen de andere richting uit. Het moreel beoordelen van politieke meningen en vervolgens ook van de persoon die ze uitspreekt, is een zeer kwalijke evolutie.
Respect
In de complexiteit van het leven is het absoluut nodig om begrip en respect te tonen voor iedereen, ook voor mensen met een andere mening. Ga je niet akkoord, dan kom je best met tegenargumenten. Het klinkt vanzelfsprekend, maar het is noodzakelijk voor het in stand houden van het maatschappelijk debat. Anders haken mensen af. Een belediging heeft nog nooit iemand overtuigd.
Dit was de zesendertigste column van Assita Kanko voor De Telegraaf.