Persoonlijk vond ik het mooi en moedig van Macron, alhoewel aan zijn ferme standpunt ook interne politieke motivaties ten grondslag liggen en niet alleen de geopolitieke realiteit. Wel durft hij te investeren in zijn leger. Hij durft op tafel te kloppen. Zeggen dat Europa niet met zich laat sollen. We hadden dit nodig. Als ik deze taal hoor terwijl we allang op onze rug liggen en ageren als deurmat voor Poetin, dan voel ik leiderschap. Betekent dit per se dat we meer risico nemen? Dat denk ik niet. Het betekent vooral dat we niet meer doen alsof er geen oorlog is. Want het kan Poetin niet schelen wat Europa doet. Hij gaat gewoon verder en wij blijven doen alsof de vrede bewaard wordt door onderdanig te blijven.

 

Investeren in defensie is bij zoveel mensen taboe. We moeten nochtans wapens kopen en onze industrie strategisch onafhankelijk maken als we vrede willen. On n’éléve pas son chien le jour de la chasse (Je richt je hond niet pas af op de dag van de jacht): we moeten klaar staan. We moeten de taal spreken die de autocraat verstaat en onze kop niet in het zand steken. Al de rest heeft tot nu toe niets bewezen en onze naïviteit heeft de oorlog terug naar Europa gebracht.

Besparingen

Men dacht dat er na de ineenstorting van de Sovjet-Unie nooit meer een oorlog zou komen in Europa. Dertig jaar lang waren besparingen en inkrimpingen in de defensiesector daardoor de norm. Het moeizame opschalen van onze defensie-industrie om de munitietekorten in Oekraïne en de aanvulling voor onze eigen strijdkrachten te verhelpen, tonen aan dat de EU en haar lidstaten hun internationale afhankelijkheid sterk en dringend moeten verminderen en voor een aantal essentiële strategische defensiegoederen een substantieel minimum aan eigen productiecapaciteit moeten hebben. Dat hebben we nu niet.

Reeds voor de voorstelling deze week door de Europese Commissie van de industriestrategie voor de Europese defensie, had het al duidelijk moeten zijn dat het faciliteren van een ecosysteem waarin de overheid, de bedrijfswereld en de kennisinstellingen samenwerken aan militaire productinnovaties en waarbij wij enkele internationale projecten identificeren waarbij wij van het begin af deelnemen aan het ontwikkelingsproces van toekomstige technologieën en materieel essentieel is. We moeten daartoe investeren in ons mkb en de nodige juridische instrumenten ontwikkelen, want we botsen tegen Amerikaans protectionisme en capaciteit om meer schaalvoordelen te hebben. Daarom moeten wij ook het Europees niveau gebruiken - met respect voor de lidstaten.

Paraatheid

Hierom is het noodzakelijk om ons deel te doen binnen de NAVO en om samen op EU-niveau in te zetten op de paraatheid van de Europese defensie-industrie in plaats van te pleiten voor een Europees leger dat voorlopig een utopie is. Wat voor de hand ligt is meer gaan consolideren op het vlak van systemen, maar er wel op letten dat de voorstellen om de Europese wapenindustrie tot meer productie en samenwerking aan te zetten, niet enkel producenten uit de grotere lidstaten ten goede komt, want dat zaait verdeeldheid en wantrouwen.

Zonder één visie over defensie kan deze strategie niets meer worden dan een wens op papier.

Waarin geïnvesteerd moet worden zal mede bepaald worden door de defensiesituatie van de lidstaten. Verdeeldheid helpt niet. Als wij kijken naar wat er in Oekraïne gebeurt, zien wij dat luchtafweer, zowel voor steden als voor fronttroepen, cruciaal is. Die categorie ontbreekt volledig in de defensie van zoveel lidstaten waaronder ook mijn land, België. De oorlog in Oekraïne toont ook aan dat het nut van drones niet onderschat mag worden. Daarnaast lijkt opnieuw investeren in zware voertuigen, tanks en pantservoertuigen op rupsbanden een must.

Langere termijn

Op langere termijn zal ook de defensie-industrie zelf moeten bijdragen aan een omvangrijker pakket investeringen. Banken zullen meer bereidheid moeten tonen om te lenen aan defensiebedrijven, leningen die zij nu vaak weigeren omdat wapens als ’niet ethisch’ beschouwd worden. Het onderwerp is niet alleen taboe binnen de politiek. Is onze veiligheid dan geen prioriteit?

Een internationaal verankerde defensie is de weg voor ons maar dan moeten we er wel voor betalen en klare taal durven spreken. Dat doet Macron met de nationale veiligheidsstrategie als leidraad en met de NAVO als primair antwoord. Waarom niet streven naar een prioritaire versmelting van de capaciteiten op het vlak van marine, luchtmacht en speciale operaties bijvoorbeeld tussen kleine landen als België en Nederland?

Zolang veel West-Europese landen in de staart van het NAVO-peloton blijven hangen qua defensie-uitgaven en naïef toekijken, zal Rusland niet onder de indruk zijn. De agressie in Oekraïne heeft ons terug gekatapulteerd naar de donkerste dagen van de Koude Oorlog. Daarom moeten we nu durven te betalen voor onze veiligheid en ook de juiste taal hanteren. Dat doet Macron en of we het nu eens zijn met hem of niet, hij start in elk geval een discussie. Over een thema dat vandaag een prioriteit moet zijn. Onze veiligheid.

Dit was de tachtigste column van Assita Kanko voor De Telegraaf.

www.telegraaf.nl