Maandag ontmoette de Turkse president Erdogan in Brussel de EU-Raad en de EU-voorzitters om een oplossing te zoeken voor de migratiecrisis aan de Grieks-Turkse grens. Assita Kanko, die migratiekwesties opvolgt in het Europees Parlement, is duidelijk: “Als het de aanpak is van de EU om ‘haar vrienden dichtbij te houden en haar spreekwoordelijke vijanden nog dichter’, stevenen we af op een mislukking. Want zelfs een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen.”
Zo dood als een pier
Volgens Kanko zou het duidelijk zijn dat het vooruitzicht dat Turkije ooit tot de EU toetreedt of met succes opnieuw onderhandelt over een opgewaardeerde relatie met de douane-unie zo dood als een pier is. “Turkije is de afgelopen vier jaar compleet afgegleden wat betreft burgerrechten, hervorming van het rechtssysteem, vrije media of rechtsstaat. Zeggen dat de EU het einde van de deal niet heeft bevestigd, is nog meer retoriek en propaganda van een autocratische leider die nooit de bedoeling had om een constructieve of vertrouwenswaardige partner te worden.”
Geen geld zonder duidelijke voorwaarden
De Europese Unie moet kordate taal spreken, meent Europarlementslid Kanko. “Als Erdogan zich als een kind gaat gedragen, moet hij als zodanig worden behandeld. De EU moet heel duidelijk zijn: er wordt geen geld meer aan Turkije gegeven zonder precieze en duidelijke voorwaarden en opschortingsclausules. Erdogan moet op zijn grondgebied een externe beoordeling van de EU aanvaarden met betrekking tot opvangomstandigheden en fundamentele rechten wanneer EU-middelen worden gebruikt. En die middelen moeten duidelijk worden geoormerkt en mogen nooit rechtstreeks aan Turkije worden gegeven.”
Belediging voor Europese kiezers
"Als Erdogan opnieuw probeert de EU te chanteren, dan moet er een clausule worden ingebouwd in een nieuwe overeenkomst, die automatisch alle EU-fondsen opschort. De handelsrelatie tussen Turkije en de EU kan eveneens een hefboom zijn; een relatie die goed is voor bijna de helft van de Turkse export.
“De EU doet er goed aan om te onthouden dat er geen EU-geld bestaat, alleen geld dat afkomstig is van lidstaten en belastingbetalers. Het overdragen van belastinggeld aan Turkije zonder duidelijke voorwaarden en een opschortingsclausule, zou een belediging voor de kiezers zijn en zou de geloofwaardigheid van de EU verder aantasten”, besluit Assita Kanko.